Marijke Visser: EK Mont le Soie

We hadden hem bijna, bijna hadden we die medaille…

…echt bijna. Het scheelde een halslengte…

Zaterdag 8 september  om 6.50 uur stappen  we rond op het voorveld van de start van het Europees Kampioenschap . Joyce en ik stappen naast elkaar tussen de andere paarden door. De paarden zijn warm gereden en klaar om te vertrekken. Een minuut voor de start beginnen ruiters hun paarden startklaar te zetten. Nog een halve minuut… ook wij zetten onze paarden startklaar. Het startschot valt en we zijn weg.

In galop vertrekken we. Eomer,  zoals ik hem ken, fanatiek, maar gecontroleerd. Het eerste stuk is smal en modderig. We moeten, ook al kennen we het parcours, oppassen waar we rijden. De eerste paar kilometers komen voorbij. De paarden om ons heen zijn heet en fanatiek. Zo ook een paard voor ons, die gevaarlijk hoog met zijn achterbenen richting het hoofd van Eomer komt. Om de bocht zou het breder worden, even afstand houden en daar met een grote boog er omheen en naar voren rijden. Weg bij die losse achterbeentjes…

Joyce en ik rijden rustig  naar voren. De paarden gaan de volgende bocht om en ik zie de kopruiter gaan. Dan gaan we tellen. Zo’n twintig ruiters voor ons. Dit is een mooie plek om in de groep te blijven rijden. De zon staat nog laag en we worden verblind door het felle licht. Naar beneden kijkend,  volgen we het paard voor ons. Het eerste groompunt is op twintig kilometer. Die kwam sneller dan gedacht, maar het tempo is ook hoog.

De eerste ronde ging mooi. We komen met een grote groep binnen. Gemiddeld rijden we 17km/h. Joyce gaat haar nieuwe ronde in als 14e en Eomer en ik vertrek met een minuut er tussen als 17e.

Eomer  vertrekt zoals gewoonlijk met zijn oren strak naar voren. Wat een plezierheeft hij  er toch in! Joyce is al vertrokken, maar het duurt niet lang en we zijn weer samen. Deze ronde is een stuk gemakkelijker en het tempo is hier nu ook iets hoger. Alle combinaties liggen dicht bij elkaar. Al snel rijden we weer in een grote groep die inmiddels de kopgroep vormt, met daarvoor nog enkele losse combinaties. Eomer is nog altijd fanatiek. Hij luistert wel, maar ik heb mijn handen er nog steeds  vol aan. Ook deze ronde gaat mooi en we komen samen binnen met een gemiddelde van ruim 18km/h.

In de rust staan de paarden mooi rustig en eten en drinken netjes. De uitslagenlijsten worden steeds gehaald die Joyce en ik bekijken  en bespreken. We overleggen en maken plannen voor de volgende ronde.

De derde ronde vertrekken wij als 14e net een halve minuut achter Joyce die als 13e vertrekt. Nummer 1 rijdt ongeveer twee en een halve minuut voor ons. Nog altijd een grote groep die dicht bij elkaar is. Voorons zien we de kopgroep en naar beneden galopperend komen we steeds dichter bij. Joyce en ik rijden nog altijd samen. Tijdens de groompunten drinkt Eomer niet of nauwelijks. Hij drinkt wel  heel goed bij het binnen komen van de rondes en tijdens zijn rust. Ik leg dus ook geen druk op hem om met zijn neus die emmer in te gaan. Dit kost tijd en Eomer wordt er alleen maar gefrustreerd van.  Daarnaast zijn zijn waardes goed. Nubie van Joyce drinkt daarentegen heel goed en we  raken hun dan ook af en toe even kwijt tijdens de groompunten. Maar we zien elkaar later weer en kunnen steeds weer bij rijden.  In deze ronde valt halverwege de kopgroep uit elkaar. De voorste ruiters beginnen met versnellen. De groep is groot. Joyce en ik rijden hier al iets uit elkaar, maar nog wel in elkaars zicht. De kopgroep splitst heel langzaam in tweeën. Eomer laat ik mee gaan en Joyce beslist hier haar eigen tempo vast te houden en rijdt in de groep, iets achter de kopgroep. De groep waar wij in meerijden is zo’n 15 combinaties groot. Het tempo versnelt, de stukken die we de ronde ervoor nog deden in een draf gaan nu in galop.

Het terrein komt weer in zicht. We komen binnen draven, koelen Eomer en bieden aan. Eomer is goed en we mogen de laatste ronde in. Er is nog steeds een grote groep samen…

Eomer is fit. Hij eet en drinkt. Deze ronde hebben we met bijna 19km/h gereden. Het vliegt voorbij en de laatste ronde gaan we zo in. We gaan zien wel wat er gaat gebeuren. Dat het moeilijk en spannend zou worden was wel duidelijk.

Eomer is klaar voor zijn laatste ronde. Tussen nummer 1 en 20 zit ongeveer vijf minuten. Het is seconden werk met vertrek. De één naar de andere combinatie gaat weg. Eomer en ik krijgen ook een teken en we zijn vertrokken. Het is alsof hij het weet… Zijn hals iets gebogen, zijn oren strak naar voren en zijn ogen staan groot en fel. Hij loopt zelf. Benen hoef ik niet te geven, hij mag zijn laatste ronde lopen. Deze ronde kennen we beiden heel erg goed. Eomer voelt aan als of hij zijn eerste ronde in gaat, maar dan geconcentreerder op mij en  hij weet heel goed dat hij niet alleen op het parcours loopt. Hij heeft zijn concurrenten zien vertrekken…

Galopperend gaat Eomer zijn laatste ronde door. Hoe harder hij gaat, hoe gecontroleerder hij is. De ruiter voor ons wil ik voor zijn, voor we het moeilijke stuk op gaan. Ik wil zien waar we gaan en zelf het tempo bepalen. We passeren, het tempo is hoog. Het moeilijke stenige stuk naar beneden. Eomer in galop, achtervolgt door een mede ruiter. Ik weet waar  we rijden moeten en waar we welke stenen moeten ontwijken. Ik heb mijn teugels stevig vast. Neem hem iets terug. Ik ondersteun hem, hij ondersteunt mij. Met de kleinste hulpen  stuur ik hem om elke steen, kuil en stronk heen. Hij gaat hard, maar luistert zo enorm goed. Volledige controle heb ik. De andere rondes is hij drammerig, gehoorzaam, maar drammerig. Een geconcentreerd, soms zelfs boos hoofd kan hij regelmatig opzetten tijdens de wedstrijd. Oren naar achter zijn neus opgetrokken. Doen wat ik van hem vraag, maar het er ergens niet mee eens zijn. De laatste ronde is hij anders. Neusje vooruit, oren naar voren en een grote bonk energie. Een paard dat voelt alsof hij aan het glimlachen isHij mag helemaal zijn ding doen. Er is (bijna…) geen discussie. We zijn het helemaal met elkaar eens.

De ronde gaat veder. De voorste ruiters gaan hard, maar zijn in zicht. De route loopt naar beneden waar, na een paar bochten, de straat naar beneden overgestoken wordt en je  het bos, na een gladde bocht, weer in gaat. Eomer heb ik rustig naar voren kunnen rijden en na een paar binnenbochten rijden we ongeveer op positie 4, waar ik mooi het overzicht heb. Na dit stuk naar beneden komt er ineens een enorme pukkel omhoog is. Eomer neem ik terug. Liefst in stap naar boven. De hele groep dendert langs ons heen en gaat in volle draf, soms zelfs galop, steil omhoog. Dit had ik niet verwacht.  Eomer wordt heet en ik laat hem dan ook maar in een jog langzaam mee omhoog  gaan. We liggen dus weer achterop de groep, die nu uit zo’n tien combinaties bestaat. Deze willen er allemaal duidelijk voor gaan. De laatste ruiter zie ik verdwijnen… Dan beginnen de zenuwen door mijn lijf te gieren. Ik wil hem wel mee laten gaan, maar ik weet wat er nog gaat komen. Halverwege de heuvel staan mensen de paarden aan te moedigen. Eomer klimt omhoog, langzaam…  ‘’Allé jong!’’ wordt er naar Eomer geroepen. Ja denk ik, dat ‘’jong’’ wil wel, maar hij mag niet! Ik laat Eomer niet mee gaan en zorg dat hij mooi rustig boven komt. Dan gaan we richting het dorp. Eerst naar beneden langs de weg. De groep is weer inzicht en zit vlak voor ons. Naar beneden galopperen we vrij makkelijk bij, zonder dat Eomer er moe van wordt. Dan komt het stuk omhoog, het dorp in. Fiks omhoog met bovenaan een groompunt. De helft van de ronde. Het is er op of er onder. We gaan ervoor. Eomer gaat omhoog. Ik pak koelflessen aan langs de kant, neem de binnenbocht en ben voorop. Laatste ronde, laatste tien kilometer. Eomer en ik galopperen over de weg achter de quad aan. Daar gaan we…

De twee Fransen wisselen af met de Italiaan en daar tussen is nog ergens een Spanjaard. Eomer voorop. Ik durf ze niet meer voor te laten wetende wat er komt en hoe er gereden kan gaan worden. Schuin achter ons mogen ze komen, verder niet. We zijn al eens vaker klemgereden tijdens een wedstrijd en op de snelheid waar we nu mee rijden denk ik van Eomer, dat hij waarschijnlijk de andere paarden er niet meer uit kan lopen als hij van achter moet komen bij de sprint. De paarden waar we mee rijden komen ook nog fit en fris over. Ik maak de keus voorop te blijven in de hoop dat we met die voorsprong het veld op kunnen rijden, de binnenbochten kunnen nemen…

Galopperend gaan we omhoog. Italiaan schuin naast mij. Laatste bocht richting het terrein. Dit stuk is lang en redelijk vlak, maar wel een hoop gemene kuilen. Op deze snelheid is het niet de bedoeling om er in terecht te komen. Quad voor ons. Het stoft vreselijk. Ik heb moeite om mijn ogen open te houden. Alle concentratie is gericht op het pad. Ik durf niet meer achterom te kijken, bang een kuil te missen. Eomer gaat hard. Hij is zo enorm lief. Alsof hij zelf weet waar hij om welke kuilen heen moet gaan. Veld komt in zicht, we nemen de binnenbocht. Scherp, mijn been blijft hangen en ik blijf maar net zitten. Ik herstel en we rijden richting de laatste vreselijke bocht. Door de binnenbocht, bijna de bocht uit. Italiaan naast ons. We worden ingehaald. Laatste stuk, ik spoor hem aan maar zie ook wel dat die grote passen van de Italiaan niet meer bij te houden zijn. Ik voel dat er een lach op mijn gezicht komt. Zilver, Eomer, ik ben trots op je! Op het moment dat wij over de finish willen gaan zie ik twee Fransen neuzen een paar honderdste seconde eerder over de finish gaan…

Ik zal maar niet neer zetten wat er op dat moment even door mijn hoofd is gegaan. Ik ben blij en uiteraard super trots op Eomer, maar we hadden hem bijna. Bijna hadden we die medaille! Flink balen heb ik wel even gaan. Ik wist het niet. Omdat ik niet achterom heb durven kijken wist ik niet dat de Fransen nog zo dicht achter mij zaten. Zuur was dit. Vreselijk zuur! Ik heb het laatste stuk wel honderd keer herhaald in mijn hoofd. Wat heb ik gedaan, wat had ik anders moeten doen. Waar heb ik een fout gemaakt. Ik weet het niet. Aan alles zit een ‘’maar’’. Ben er wel van overtuigd, dat op het moment dat ik heb gedacht, oké we hebben zilver, je onbewust stopt met rijden. Misschien, als ik het geweten had, had Eomer nog die laatste tien meter zijn sprongen vergroot… Ik weet het niet en zal het ook nooit weten. Spannend was het zeker! Natuurlijk ben ik super blij met ons kleine vriendje die zo ongelofelijk goed zijn best heeft gedaan!

Oef.. wat een wedstrijd.

Het was heel leuk dat er zo veel Nederlandse en Belgische hulp en support was! Ik ben blij met het resultaat en trots op Joyce die, wat Frans Arts al eens in een berichtje heeft gezet, ondanks dat ze met Nubie nog maar zo kort een combinatie vormt, zo goed haar paard heeft aangevoeld. Eomer en ik zijn uiteindelijk 4egeworden met 18,9km/h en Joyce is met Nubie 15e geworden met een gemiddelde van 17,9km/h. Het was een wedstrijd met een grote groep goede ruiters en paarden. Al kenden wij het terrein heel erg goed, ik vond het moeilijk en knap lastig om er te rijden.

De maanden voor het Kampioenschap hebben wij bij Kristel en Emile mogen trainen en het parcours leren kennen. Dit heeft zeker in ons voordeel gewerkt en heb ik heel veel aan gehad.

Voor mij is Eomer de Kampioen, Eomer is bijzonder. Ik ben trots op hem en heel dankbaar dat ik met hem een combinatie mag vormen!

 

 

Scroll naar boven